De Waddenzee is een uniek en dynamisch natuurgebied. Maar die natuur staat onder flinke druk, onder andere door een behoorlijke afname van de hoeveelheid zoetwater die het Waddenzeegebied bereikt. Het onlangs gepubliceerde rapport: ‘Het belang van zoetwaterspui voor de Waddenzee natuur’ van de Waddenacademie in opdracht van de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW) en het Investeringskader Waddengebied (IKW), laat zien dat keuzes in het spuibeleid – hoeveel, waar en wanneer – directe invloed hebben op de natuurwaarden in de Waddenzee.
Het belang van zoetwater voor de Waddenzee
Zoet- en zoutwater ontmoeten elkaar voornamelijk in de overgangsgebieden van het IJsselmeer naar de Waddenzee. Daar ontstaat een geleidelijke overgang van zoetwater naar zoutwater. Deze zogenaamde brakwaterzones zijn van groot belang voor de biodiversiteit. Ze zijn het leefgebied voor verschillende soorten vissen, bodemdieren, zeegras en kwelderplanten.
Door de aanleg van de Afsluitdijk in 1932 veranderde dit natuurlijke systeem ingrijpend. Waar vroeger een brede overgangszone van zoet naar zout bestond, zijn nu slechts enkele kunstmatige spuisluizen over. Hierdoor is het ecosysteem afhankelijk geworden van menselijk handelen: wanneer en hoeveel water we doorlaten, bepaalt hoe de Waddennatuur zich kan ontwikkelen.
Sinds 2010 stroomt er gemiddeld zo’n 20% minder zoetwater naar de Waddenzee. Dit hangt samen met klimaatverandering: droge zomers komen vaker voor, rivieren voeren minder zoetwater aan en regen valt minder gelijkmatig verdeeld. Soms is er wekenlang bijna geen neerslag, terwijl er op andere momenten juist extreme buien vallen. Daardoor is er een minder stabiel aanbod van zoetwater voor de Waddenzee. Als reactie hierop is het waterbeheer aangepast. Zo wordt zoetwater langer vastgehouden voor de landbouw, als drinkwater, de natuur op land en de industrie, en wordt er minder vaak of korter gespuid.
De uitkomsten van het rapport
Het rapport van de Waddenacademie laat zien hoe deze veranderingen in zoetwaterstromen direct doorwerken in de Waddenzee. Keuzes in de hoeveelheid, timing en locatie van spuien hebben grote gevolgen voor de zoutgehaltes en natuurwaarden. Zo blijkt bijvoorbeeld dat spuien via Kornwerderzand een veel groter effect heeft dan via Den Oever, en dat spuien in de zomer het zoutgehalte sterker verlaagt dan in de winter.
Kortom door de huidige manier van spuien ontstaan sterke schommelingen in het zoutgehalte. Tijdens droge periodes kunnen de zoetzoutovergangen zelfs helemaal verdwijnen, waardoor vissen, bodemdieren en planten hun leefgebied verliezen en vismigratieroutes afnemen. Het rapport benadrukt dat stabiele overgangszones alleen mogelijk zijn door ingrijpende keuzes in het beheer en de inrichting van het IJsselmeer in relatie tot de verdeling van zoetwater en het spuibeleid.
Verbinding met eerdere publicatie
De uitkomsten van dit rapport sluiten aan bij het eerder gepubliceerde rapport ‘Zoetwaterbeschikbaarheid vaste wal kust’ van Elzinga en Oterdoom procesmanagement in opdracht van het Investeringskader Waddengebied. Daarin wordt gesteld dat de huidige aanpak van waterschappen onvoldoende is om een klimaatrobuust watersysteem langs de Waddenkust te realiseren. Ook blijkt dat de zoetwaterbehoefte van de Waddenzee nog niet is vertaald naar concrete acties. Het nieuwe rapport van de Waddenacademie onderstreept deze bevindingen en maakt duidelijk dat het huidige zoetwaterbeheer niet alleen invloed heeft op de verdeling van zoetwater voor de landbouw, mens, industrie en natuur op het vaste land, maar ook op de Waddenzee-natuur.
Samenwerken aan een oplossing
Het rapport van de Waddenacademie en de eerdere publicatie van het Investeringskader Waddengebied benadrukken de noodzaak om de huidige situatie te veranderen. Overheden, waterbeheerders, natuur- en belangenorganisaties moeten gezamenlijk werken aan oplossingen. Voor een toekomstbestendig Waddenzee – belangrijk voor natuur, visserij, recreatie én klimaatbestendigheid – is een geïntegreerde aanpak nodig. Daarbij moet zowel in het waterbeheer als in de ruimtelijke ontwikkeling rekening wordt gehouden met het behouden van een stabiele en geleidelijke overgang van zoet- naar zoutwater, voldoende water op de juiste momenten én beschikbare leefgebieden voor alle soorten.
Alleen door dit gezamenlijk aan te pakken, kunnen we de natuurwaarden van de Waddenzee duurzaam beschermen en versterken, in balans met onze eigen menselijke activiteiten en de regionale economie. Vanuit het IKW zetten we ons daar vanuit onze gebiedsgerichte aanpak en werkwijze actief voor in.